Dit document beschrijft hoe een procesauteur geautomatiseerde pakketten kan gebruiken om hun inhoud op te slaan of door te geven aan andere systemen.
De informatie in dit document is gebaseerd op Tidal Enterprise Orchestrator (TEO) 2.1 of hoger.
De informatie in dit document is gebaseerd op de apparaten in een specifieke laboratoriumomgeving. Alle apparaten die in dit document worden beschreven, hadden een opgeschoonde (standaard)configuratie. Als uw netwerk live is, moet u de potentiële impact van elke opdracht begrijpen.
Automatiseringspakketten zijn het onderdeel van TEO's dat een inhoudauteur in staat stelt om inhoud van het ene TEO-systeem naar het andere te groeperen en uit te sparen of te transporteren.
Voltooi de volgende stappen om een automatiseringspakket te maken:
Ga naar het tabblad > Automation Packs in de Master Console.
Klik met de rechtermuisknop op Nieuw > Automation Pack, voeg objecten toe aan uw automatiseringspakket en klik op OK.
Dit maakt het automation pack in TEO en stelt de objecten in.
Voer de volgende stappen uit:
Klik met de rechtermuisknop op een huidige automatiseringspakket en selecteer Exporteren. Volg de wizard om het .TAP-bestand naar de lokale vaste schijf te exporteren.
Verplaats dit .TAP-bestand naar een andere TEO-server.
Ga in de nieuwe TEO Server naar Beheer > Automation Packs en klik met de rechtermuisknop op Importeren.
Selecteer uw .TAP-bestand en volg de wizard Importeren.
Opmerking: je kunt geen run-gebruikers doorgeven door middel van automation pakjes. U kunt echter ook andere objecten doorgeven.