Dit document beschrijft hoe u een point-to-point IP-videogesprek tussen twee apparaten die in hetzelfde netwerk zijn geplaatst kunt plaatsen om de mogelijkheid van WAN- of infrastructurele apparaatproblemen te isoleren.
Soms kunnen er problemen zijn met de gesprekskwaliteit (audio/video), gespreksconnectiviteit of eenrichtingsaudio/video. Er zijn meerdere apparaten die bij de volledige Call Setup betrokken zijn, zodat het probleem moeilijk op te lossen is.
WAN kan een van de redenen zijn voor de slechte gesprekskwaliteit als het niet goed is geconfigureerd of als de QoS-waarden (Quality of Service) niet goed langs de oproeproute worden gemarkeerd. Er is ook de mogelijkheid dat Cisco TelePresence Video Communication Server (VCS) of Cisco Unified Communications Manager (CUCM) de kwestie veroorzaakt als er een configuratieprobleem is.
Dit document beschrijft een methode die u kunt gebruiken om te testen of het apparaat zelf de oorzaak van de kwestie is, of of er andere factoren (zoals WAN of de infrastructuur apparaten) zijn die de kwestie veroorzaken.
In deze twee scenario's is het mogelijk oproepen tussen twee apparaten te plaatsen:
Deze vraag kan slechts worden geplaatst wanneer het IP adres van één apparaat van het andere apparaat wordt gedraaid. Het IP-adres kan via H323 of Session Initiation Protocol (SIP) worden geselecteerd.
Deze sectie verschaft de standaard H323-configuraties waarmee oproepen direct tussen twee eindpunten kunnen worden geplaatst. U kunt deze configuraties implementeren door gebruik te maken van ofwel het apparaat CLI ofwel de GUI.
Om deze configuratie via de CLI te implementeren, stelt u een SSH-sessie (Secure Shell) aan het apparaat op en logt u met Administrator-referenties in. Na inloggen gebruikt u deze informatie om het apparaat te configureren:
xConfiguration H323 Profile 1 CallSetup Mode: Direct
xConfiguration Conference 1 DefaultCall Protocol: H323
xConfiguration NetworkServices H323 Mode: On
Voltooi deze stappen om deze configuratie via de GUI uit te voeren:
Dit beeld illustreert de aanloopstroom wanneer H323 wordt gebruikt:
Deze sectie verschaft de standaard SIP-configuraties waarmee oproepen direct tussen twee eindpunten kunnen worden geplaatst. U kunt deze configuraties implementeren door gebruik te maken van ofwel het apparaat CLI ofwel de GUI.
Om deze configuratie via de CLI te implementeren, stelt u een SSH-sessie in op het apparaat en logt u met Administrator-referenties in. Na inloggen gebruikt u deze informatie om het apparaat te configureren:
xConfiguration NetworkServices SIP Mode: On
xConfiguration SIP Profile 1 Proxy 1 Address: ""
xConfiguration SIP Profile 1 Proxy 1 Discovery: Manual
xConfiguration Conference 1 DefaultCall Protocol: SIP
Voltooi deze stappen om deze configuratie via de GUI uit te voeren:
Dit beeld illustreert de Call Flow wanneer SIP wordt gebruikt:
Op dit punt kunt u het IP-adres van het ene apparaat vanaf het andere apparaat bellen en controleren of de oproep goed is aangesloten. Als de oproep doorgaat zoals verwacht, hoeft men zich niet verder te concentreren op de instellingen van de infrastructuurvoorzieningen om het probleem te isoleren.
Als het zelfde probleem blijft voortbestaan, dan is de kwestie met of het apparaat zelf of het apparaat met het netwerk (als de vraag over WAN wordt geplaatst).