Op iOS en Android beperkt het platform de toegang van app tot persistente apparaten zoals MAC-adres, iTunes UDID en IMEI/MEID. Deze typen identificatiemiddelen worden doorgaans door AnyConnect gebruikt voor de rapportage en autorisatie van VPN-verbindingen. Als tijdelijke oplossing biedt AnyConnect EMM/MDM de mogelijkheid om een apparaatidentificatie te verschaffen die aan de ASA zal worden gerapporteerd, waardoor deze als een RADIUS-kenmerk via het AnyConnect Identifier Extension Protocol wordt doorgestuurd. De identificator wordt met name gerapporteerd in de machine-uid en de machine-uid-global RADIUS-kenmerken.
De identifier zelf wordt door AnyConnect als een ondoorzichtige string behandeld en moet niet groter zijn dan 256 bytes in length. Het wordt verzonden als een XML eigenschap, zodat het geen illegale tekens mag bevatten zoals: ", ",", en, <
Op iOS wordt AnyConnect geparkeerd in het configuratie van iOS MDM VPN. De identificator moet als een string aan de key deviceuniekeIdentifier worden verstrekt, en wel als volgt:
<key>VendorConfig</key>
<dict>
<key>DeviceUniqueIdentifier</key>
<string>mdm_provisioned_device_id</string>
</dict>
Op Android doet AnyConnect beheerde toepassingsconfiguraties. De identifier moet worden gegeven als een waarde van de key vpn_connection_id