Dit document beschrijft hoe de niet-gerefereerde toegangslijsten die niet door andere CLI opdrachten, zoals een access-group, worden gebruikt binnen plaatsing in de Cisco Security Manager (CSM).
Dit document gaat ervan uit dat CSM is geïnstalleerd en correct werkt.
De informatie in dit document is gebaseerd op CSM 3.0.1 en hoger.
De informatie in dit document is gebaseerd op de apparaten in een specifieke laboratoriumomgeving. Alle apparaten die in dit document worden beschreven, hadden een opgeschoonde (standaard)configuratie. Als uw netwerk live is, moet u de potentiële impact van elke opdracht begrijpen.
In CSM, is het probleem hoe te om de toegangslijsten te houden die niet door andere CLI opdrachten, zoals een access-group, binnen plaatsing worden gebruikt.
Een voorbeeld is als de PIX-configuratie toegangslijsten heeft die geen deel uitmaken van een toegangsgroep. Wanneer CSM de PIX begint te beheren, moet CSM deze toegangslijsten standaard verwijderen.
Gebruik deze oplossing om het probleem op te lossen.
Kies in de CSM-client Gereedschappen > Beveiligingsbeheer > Plaatsing; merk een aanvinkvakje op voor het verwijderen van niet-gerefereerde toegangslijsten op apparaat (standaard ingeschakeld).
Schakel deze optie uit.
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
26-Oct-2007 |
Eerste vrijgave |