Een Virtual Private Network (VPN) is een netwerk dat tussen verschillende externe locaties wordt ingesteld, zoals wanneer kleine kantoren met een hoofdkantoor communiceren. Een VPN-client is een manier om met VPN te verbinden. Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) is een netwerkprocedure die verbindingen tussen externe locaties via een VPN garandeert.
Dit artikel legt uit hoe u VPN-clients op de RV215W kunt configureren.
・ RV110W
•1.1.0.5
Stap 1. Meld u aan bij het web configuratie hulpprogramma en kies VPN > VPN-clients. De pagina VPN-clients wordt geopend:
Stap 2. Controleer de PPTP-server om wijzigingen in de PPTP-server toe te staan.
Stap 3. Voer het IP-adres van de PPTP-server in het veld IP-adres voor PPTP-server in.
Stap 4. Voer het IP-adresbereik van de PPTP-clients in het veld IP-adres voor PPTP-clients in.
Stap 5. Controleer het vakje MPPE Encryption om Microsoft-Point-to-Point Encryption (MPPE) in te schakelen. De PPTP met MMPE optie staat VPN toe om PPTP als tunnelprotocol te gebruiken.
Stap 6. Controleer het aankruisvakje Netto-s via VPN om Netopgemerkt te blijven dat de communicatie via de VPN-tunnel verloopt. Network Basic Input-Output System (Netoverheid) is een protocol dat computers in staat stelt om met elkaar te communiceren via het LAN.
Stap 7. Klik op Opslaan.
Stap 1. Klik op Add Row.
Stap 2. Controleer het vakje Enable om de VPN-client in te schakelen.
Stap 3. Voer de gebruikersnaam van de client in het veld Gebruikersnaam in.
Stap 4. Voer het wachtwoord van de client in het veld Wachtwoord in.
Stap 5. Kies het gewenste protocol in de vervolgkeuzelijst Protocol. De beschikbare opties zijn:
・ PPTP — USE Transmission Control Protocol (TCP) en Generic Routing Encapsulation (GRE). PPTP biedt geen vertrouwelijkheid of encryptie.
・ QuickVPN — Het maakt gebruik van Secure Hypertext Transfer Protocol (HTTP) voor alle verificatie en onderhandeling van encryptieparameters maar de gegevensverbinding is zuiver Internet Protocol Security (IPsec). Het voorziet in vertrouwelijkheid en verschaft een gecodeerde tunnel tussen de host-computers.
Stap 6. (Optioneel) Controleer toestaan dat gebruiker het vakje Wachtwoord wijzigt. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer Quick VPN uit de bovenstaande stap is geselecteerd.
Stap 7. Klik op Opslaan.
Stap 1. Controleer het gewenste VPN-clientvakje.
Stap 2. Klik op Bewerken en volg stappen 3-7 in het gedeelte VPN-client toevoegen.
Stap 3. Klik op Opslaan.
Stap 1. Controleer het gewenste VPN-clientvakje.
Stap 2. Klik op Verwijderen.
Stap 3. Klik op Opslaan.
Een gebruiker kan VPN-clientinstellingen importeren met een .CSV-bestand. Deze optie bespaart tijd omdat een gebruiker de instellingen niet handmatig hoeft in te voeren.
Stap 1. Meld u aan bij het web configuratie hulpprogramma en kies VPN > VPN-clients. De pagina VPN-clients wordt geopend:
Stap 1. Klik op Bladeren onder op de pagina om het .csv-bestand uit het huidige systeem te kiezen.
Stap 3. Klik op Importeren om het bestand te laden.
Stap 4. Klik op Opslaan.