Dit artikel heeft als doel u te tonen hoe u Spanning Tree Protocol (STP) op een Cisco Business 220 Series switch kunt configureren.
STP beschermt Layer 2-kabeldomeinen tegen uitzendstormen. Het stelt de koppelingen naar de stand-by modus in om netwerklussen te voorkomen. Netwerklijnen treden op wanneer er alternatieve routes tussen hosts zijn. Deze loops veroorzaken Layer 2 switches om verkeer over het netwerk oneindig door te sturen, wat netwerkefficiëntie vermindert. STP biedt een uniek pad tussen endpoints op een netwerk. Deze paden elimineren de mogelijkheid van netwerklussen. STP wordt normaal gesproken ingesteld wanneer er redundante koppelingen naar een host zijn om een netwerklus te voorkomen.
Meld u aan bij de webgebruikersinterface (UI) van de CBS220-switch.
Kies Spanning Tree > STP-status en Global-instellingen.
Controleer het vakje Spanning Tree State om overspanning van boom in te schakelen.
Kies de STP-modus.
(Optioneel) Selecteer hoe Bridge Protocol Data Unit (BPDU)-pakketten worden beheerd wanneer STP is uitgeschakeld. BPDU's worden gebruikt om het overslaan van boominformatie te verzenden. Kies de BPDU-behandelingsmodus.
Kies de standaardwaarden voor padkosten. Dit selecteert de methode die wordt gebruikt om de standaardpadkosten aan de STP-poorten toe te wijzen. De standaard padkosten die aan een interface worden toegewezen, variëren afhankelijk van de geselecteerde methode.
Typ onder het gebied Bridge Settings de prioriteitswaarde van de brug in het veld Priority. Na het uitwisselen van BPDU's wordt het apparaat met de laagste prioriteit de Root-brug. Indien alle bruggen dezelfde prioriteit gebruiken, dan worden hun MAC adressen gebruikt om de Root-brug te bepalen.
De overbruggingsprioriteitswaarde wordt verstrekt in stappen van 4096. Bijvoorbeeld 4096, 8192, 12288, enzovoort. De standaardwaarde is 32768.
In het veld Hello Time stelt u het interval (in seconden) in dat een Root-brug tussen de configuratieberichten wacht.
Voer de waarde in van de maximale pagina in het veld Max Age. Het is het interval, in seconden, dat het apparaat kan wachten zonder een configuratiebericht te ontvangen, alvorens zijn eigen configuratie te herdefiniëren.
Voer de waarde voor voorwaartse vertraging in het veld Voorwaartse vertraging in. Dit is het interval dat een brug in een leertoestand blijft alvorens pakketten door te sturen.
Klik op Apply (Toepassen).
Het toegewezen gebied van Root toont het volgende:
Je hebt het gedaan. U hebt nu met succes STP op uw CBS220-switch ingesteld.
Raadpleeg voor meer configuraties de Cisco Business 220 Series beheergids voor Switches.