Spanning Tree Protocol (STP) biedt bescherming voor Layer 2-omroepdomeinen. Het stelt de koppelingen naar de stand-by modus in om netwerklussen te voorkomen. Netwerklijnen treden op wanneer er alternatieve routes tussen hosts zijn. Deze lussen veroorzaken Layer 2 switches om verkeer oneindig door het netwerk te sturen, wat de netwerkefficiëntie vermindert. STP biedt een uniek pad tussen endpoints op een netwerk. Deze paden elimineren de mogelijkheid van netwerklussen. STP wordt normaal gesproken ingesteld wanneer er redundante koppelingen naar een host zijn om een netwerklus te voorkomen.
Dit artikel is bedoeld om u te laten zien hoe u STP op een schakelaar kunt configureren.
Stap 1. Meld u aan bij het op internet gebaseerde programma en kies Spanning Tree > STP-status en wereldwijde instellingen.
Stap 2. Controleer het vakje Spanning Tree State om het overspuiten van bomen mogelijk te maken.
Stap 3. (Optioneel) Controleer het aankruisvakje STP Loopback Guard om deze functie in te schakelen. Het in werking stellen van deze eigenschap controles als een wortelpoort of een alternatieve wortelhaven de Eenheden van de Gegevens van het Protocol van de Bridge (BPDUs) ontvangt.
Opmerking: In dit voorbeeld is STP Loopback Guard ingeschakeld.
Stap 4. Kies de STP-modus.
Opmerking: In dit voorbeeld wordt RSTP gekozen.
Stap 5. (Optioneel) Kies de BPDU-behandelingsmodus. Kies de BPDU-behandelingsmodus is alleen beschikbaar als Spanning Tree State niet ingeschakeld is.
Opmerking: In dit voorbeeld wordt voor overstromingen gekozen.
Stap 6. Kies de standaardwaarden voor de kosten van het pad. Dit selecteert de methode die wordt gebruikt om de standaardpadkosten aan de STP-poorten toe te wijzen. De standaard padkosten die aan een interface worden toegewezen, variëren afhankelijk van de geselecteerde methode.
Stap 7. Voer in het gebied Bridge Settings de prioriteitswaarde van de brug in het veld Priority. Na het uitwisselen van BPDU's wordt het apparaat met de laagste prioriteit de wortelbrug. Heeft alle bruggen dezelfde prioriteit, dan worden hun MAC adressen gebruikt om de Root Bridge te bepalen. De overbruggingsprioriteitswaarde wordt verstrekt in stappen van 4096.
Opmerking: De overbruggingsprioriteitswaarde wordt verstrekt in stappen van 4096. Bijvoorbeeld 4096, 8192, 12288, enzovoort. De standaardwaarde is 32768.
Stap 8. Voer het interval van de Tijd van de Hallo in seconden in dat een Root Bridge tussen de configuratieberichten in het veld Hallo Time wacht.
Stap 9. Voer de maximale waarde in van het veld Max Age. Het is het interval, in seconden, dat het apparaat kan wachten zonder een configuratiebericht te ontvangen, alvorens zijn eigen configuratie te herdefiniëren.
Stap 10. Voer de waarde voor voorwaartse vertraging in het veld Voorwaartse vertraging in. Dit is het interval dat een brug in een leertoestand blijft alvorens pakketten door te sturen.
Stap 1. Klik op Toepassen.
Het toegewezen gebied van de Root toont het volgende:
U moet nu een STP hebben ingesteld.