Wanneer een switch elk type frame ontvangt, maakt de switch een kopie van het frame en stuurt deze naar alle poorten die van toepassing zijn; deze activiteit kan eindigen in een verkeersstorm. Als verkeersstormen in een switch niet worden beheerst, dan kunnen ze de switch omlaag brengen en mogelijk de volledige functionaliteit van het netwerk. U kunt stormcontrole in uw switch inschakelen, waardoor het aantal frames dat in de switch wordt ingevoerd, wordt beperkt. Wanneer de drempelwaarde wordt bereikt, wordt de poort geblokkeerd tot het verkeerstarief onder de drempelwaarde daalt. De haven kan dan haar normale activiteiten hervatten.
Het doel van dit artikel is om te verklaren hoe stormcontrole op de 200/300 Series beheerde Switches te vormen.
· SF/SG 200 en SF/SG 300 Series beheerde Switches
•1.3.0.62
Deze paragraaf legt uit hoe u stormcontrole kunt configureren op de 200/300 Series beheerde Switches.
Deze onderafdeling legt uit hoe stormcontrole op één poort geconfigureerd moet worden.
Stap 1. Log in op het web configuratie hulpprogramma en kies Security>Storm Control. De pagina Storm Control wordt geopend:
Stap 2. Klik op het keuzerondje voor de poort waarop u stormcontrole wilt inschakelen.
Stap 3. Klik op Edit (Bewerken). Het venster Storm Control bewerken wordt weergegeven.
Stap 4. Vink in het veld Storm Control het aanvinkvakje Enable aan.
Stap 5. Voer in het veld Storm Control Rate Threshold het aantal frames in kbits/sec in dat u wilt dat de poort wordt verwerkt.
Stap 6. Klik in het veld Storm Control Mode op een van de volgende opties:
· Onbekende Unicast, Multicast & Broadcast — Klik op deze optie als u niet weet welk type frame de poort ontvangt. Deze optie past de drempel op alle inkomende frames toe.
· Multicast & Broadcast — Klik op deze optie zodat de switch alleen de drempelwaarde toepast op multicast- en broadcast-frames.
· Alleen uitzenden — Klik op deze optie zodat de switch alleen de drempelwaarde toepast op uitzendframes.
Stap 7. Klik op Apply (Toepassen).
In dit deel wordt uitgelegd hoe u een stormbesturingsconfiguratie op meerdere poorten kunt toepassen.
Stap 1. Log in op het web configuratie hulpprogramma en kies Security>Storm Control. De pagina Storm Control wordt geopend:
Stap 2. Klik op de poort waarvan u de configuratie op meerdere poorten wilt toepassen.
Stap 3. Klik op Instellingen kopiëren. Het venster Kopieerinstellingen verschijnt.
Stap 4. In de Kopieer-configuratie van item 6 (GE6) naar: veld voert u de poorten in waarop u de stormbesturingsconfiguratie van de eerder geklikte poort wilt toepassen. U kunt elke poort op nummer of poortnaam invoeren (bijvoorbeeld 1, 2, 3 of GE1, GE2, GE8) of u kunt een bereik van poorten op nummer of op naam invoeren (bijvoorbeeld 7-10 of GE7-GE10). De poortnummers kunnen van elkaar worden gescheiden door komma's.
Stap 5. Klik op Apply (Toepassen).
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
13-Dec-2018 |
Eerste vrijgave |