Een netwerk-gesynchroniseerde tijd is belangrijk wanneer een berichtlogboek wordt verzonden. Een eengemaakte tijd over al uw apparaten stelt u in staat om aan te geven wanneer er problemen zijn opgetreden en in welke volgorde. Met WAP551 en WAP561 kunt u de interne tijd handmatig of met Network Time Protocol (NTP) configureren. Network Time Protocol maakt verbinding met een tijdserver die de exacte tijd uitzendt.
De doelstelling van dit artikel is te verklaren hoe de tijdsinstellingen te configureren op zowel WAP551 als WAP561.
•WAP551
•WAP561
•1.0.4.2
Stap 1. Meld u aan bij het hulpprogramma voor webconfiguratie en kies Beheer > Tijdsinstellingen. De pagina Tijdsinstellingen wordt geopend:
Opmerking: het veld Systeemtijd geeft de huidige systeemtijd weer.
Stap 2. Klik op de radioknop Network Time Protocol (NTP) in het veld System Clock Source om de klok automatisch te synchroniseren met een NTP-server.
Stap 3. Voer het IPv4-adres, IPv6-adres of de hostnaam van de NTP-server in het veld IPv4/IPv6-adres/naam van de NTP-server in. Een standaardserver is standaard al in een lijst opgenomen.
Stap 4. Kies uw tijdzone uit de vervolgkeuzelijst Tijdzone.
Stap 5. (Optioneel) Schakel het selectievakje Tijd voor zomertijd aanpassen in om de systeemtijd aan te passen voor Daylight Savings.
Opmerking: niet alle tijdzones gebruiken zomertijd. Als uw tijdzone geen DST ondersteunt of als u de aanpastijd niet aanvinkt voor Daylight Savings aanvinkvakje, gaat u verder met Stap 9.
Stap 6. Kies in het veld Daylight Savings Start de week, de dag, de maand en het tijdstip waarop de zomertijd begint in hun respectievelijke vervolgkeuzelijsten.
Stap 7. In het veld Daylight Savings End kiest u de week, dag, maand en tijd waarop de zomertijd eindigt uit hun respectievelijke vervolgkeuzelijsten.
Stap 8. Kies in de vervolgkeuzelijst Daylight Savings Offset het aantal minuten om de klok vooruit te bewegen wanneer de zomertijd begint en achteruit wanneer deze eindigt.
Stap 9. Klik op Opslaan om de configuratie op te slaan.
Stap 1. Meld u aan bij het hulpprogramma voor webconfiguratie en kies Beheer > Tijdsinstellingen. De pagina Tijdsinstellingen wordt geopend:
Opmerking: het veld Systeemtijd geeft de huidige systeemtijd weer.
Stap 2. Als u de systeemtijd handmatig wilt instellen, klikt u op de knop Handmatig in het veld Systeemklokbron.
Stap 3. Kies in de vervolgkeuzelijsten Systeemdatum de maand, dag en jaar.
Stap 4. Kies in de vervolgkeuzelijsten Systeemtijd de uren en minuten in een 24-uurs klokformaat.
Stap 5. Kies in de vervolgkeuzelijst Tijdzone de tijdzone waarin het toegangspunt werkt.
Stap 6. (Optioneel) Schakel het selectievakje Tijd aanpassen voor Daylight Saving Time (DST) in om de systeemtijd aan te passen.
Timesaver: niet alle tijdzones gebruiken zomertijd. Als uw tijdzone geen DST ondersteunt of als u het aanpastijd voor daglichtbesparingen niet aanvinkt, gaat u naar Stap 10.
Stap 7. Kies in het veld Daylight Savings Start de week, de dag, de maand en het tijdstip waarop de zomertijd begint in hun respectievelijke vervolgkeuzelijsten.
Stap 8. In het veld Daylight Savings End kiest u de week, dag, maand en tijd waarop de zomertijd eindigt uit hun respectievelijke vervolgkeuzelijsten.
Stap 9. Kies in de vervolgkeuzelijst Daylight Savings Offset het aantal minuten om de klok vooruit te bewegen wanneer de zomertijd begint en achteruit wanneer deze eindigt.
Stap 10. Klik op Opslaan om de configuratie op te slaan.
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
11-Dec-2018 |
Eerste vrijgave |