Dit artikel heeft betrekking op de Cisco TelePresence Video Communication Server-expressie en de Cisco TelePresence Movi-producten.
A. Om SIP-eindpunten en H.323-eindpunten met elkaar te kunnen communiceren, moet er een VCS zijn in de telefoonlijn die de verbinding tussen de twee protocollen onderling zal doorwerken.
SIP-endpoints kunnen alleen oproepen in de vorm van URIs maken, bijvoorbeeld name@domain. Als u geen domein specificeert, zal het SIP-eindpunt automatisch zijn eigen domein toevoegen aan het nummer dat u instelt. Dus als u 123 instelt vanuit het SIP-eindpunt, wordt de zoekopdracht geplaatst naar 123@domain. Als uw H.323-eindpunt net geregistreerd is als 123, kan de VCS de alias 123@domain niet vinden.
De oplossingen zijn:
Zorg ervoor dat al uw endpoints, zowel H.323 als SIP, zich registreren met een alias in het formulier name@domain.
Maak een pre-search transformatie op de VCS die het gedeelte @domein van de alias stript voor de URIs in de vorm van nnn@domain. Raadpleeg het gedeelte Gespreksverwerking > Zoeken en omzetten van de VCS-beheerdershandleiding voor meer informatie over het configureren van transformaties.