Dit artikel heeft betrekking op de snelweg van Cisco TelePresence Video Communication Server.
A. Wanneer de VCS een registratie, desregistratie, of call-end bericht verzonden wordt door het eindpunt, zal de Presence User Agent (PUA) van de VCS de presence User Agent (POA) onmiddellijk bijwerken van de presentiestatus van het eindpunt.
Er zijn echter twee situaties waarin wijzigingen niet onmiddellijk zullen worden bijgewerkt:
Als het eindpunt offline gaat zonder eerst een statuswijziging naar de VCS te rapporteren (bijv. als het wordt uitgezet of verwijderd), zal de PUA de status van het eindpunt alleen off-line wijzigen als het de volgende registratie niet ontvangt, wat van het eindpunt moet worden verfrist.
Als de PUA is ingeschakeld nadat het eindpunt al is geregistreerd, zal het alleen het eindpunt als on-line rapporteren wanneer het de volgende registratie verfrist van het eindpunt.
De frequentie van de registratiefrequenties wordt door de VCS als volgt ingesteld:
Voor SIP-endpoints, door de optie Registratie-delta-instelling (VCS-configuratie > Protocols > SIP > Configuratie). De standaardinstelling is 60 seconden.
Voor H.323 eindpunten, door de tijd om te leven (VCS-configuratie > Protocols > H.323). De standaardinstelling is 30 minuten.
U kunt een van deze of beide instellingen wijzigen om de tijd te beperken die u nodig hebt om de status van het eindpunt bij te werken.
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
23-Apr-2015 |
Eerste vrijgave |