Dit artikel heeft betrekking op de snelweg van Cisco TelePresence Video Communication Server.
A. De verbindingen op een VCS worden gebruikt om routingverbindingen te maken tussen een subzone aan het ene uiteinde en een andere subzone of zone aan het andere uiteinde. Elk uiteinde van de link is bekend als een 'knooppunt'. Leidingen worden toegepast op links om de bandbreedte tussen de twee knooppunten te beperken.
Alle verbindingen en leidingen zijn tweerichtingsverkeer. Als u bijvoorbeeld een link hebt die is geconfigureerd met knooppunt 1 als hoofdkwartier en knooppunt 2 als branchessubzone, dan betekent dit dat het verkeer kan stromen van de hoofdkwartier naar de sectorsubzone en van de subzone naar de hoofdkwartier. Alle buizen die op deze verbinding worden toegepast zullen de bandbreedte in beide richtingen beïnvloeden.
Als u een lijst wilt zien van alle koppelingen die op de VCS zijn geconfigureerd, inclusief buizen die op elke link zijn toegepast, gaat u naar de pagina Links (VCS-configuratie > Bandbreedte > Links). U kunt nieuwe koppelingen maken en bestaande koppelingen uit deze pagina bewerken.
Als u een lijst wilt zien van alle buizen die op de VCS zijn geconfigureerd, als u nieuwe leidingen wilt aanmaken en bestaande leidingen wilt bewerken, gaat u naar de pagina Pipes (VCS-configuratie > Bandbreedte > Pipes).
Raadpleeg het gedeelte Bandbreedtecontrole van de VCS Administrator Guide voor meer informatie over het gebruik en configureren van subzones, zones, verbindingen en leidingen.
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
23-Apr-2015 |
Eerste vrijgave |