ATM-signaleringsprotocollen variëren per type ATM-link en kunnen UNI- of NNI-signalen betreffen. UNI wordt gebruikt tussen een ATM-eindsysteem en ATM-switch via ATM UNI, terwijl NNI wordt gebruikt via NNI-links.
Bij ATM-signalering wordt de verbindingsmethode ‘one-pass’ (in één keer) gebruikt die wordt toegepast in alle moderne telecommunicatienetwerken, zoals het telefoonnetwerk.
ATM-signaleringsprotocollen variëren per type ATM-link en kunnen UNI- of NNI-signalen betreffen. UNI wordt gebruikt tussen een ATM-eindsysteem en ATM-switch via ATM UNI, terwijl NNI wordt gebruikt via NNI-links.
Bij ATM-signalering wordt de verbindingsmethode ‘one-pass’ (in
U kunt nu documentatie opslaan voor eenvoudigere toegang en gebruik. Opgeslagen documentatie voor dit product zal hier worden getoond. U kunt ook de pagina Mijn opgeslagen content bezoeken om alle opgeslagen content op Cisco.com te beheren.